Cult

Ik ben Adam Lanza’s moeder

16-12-2012 20:04

Drie dagen voordat Adam Lanza zijn moeder vermoordde, en vervolgens het vuur opende op een klaslokaal vol met kleuters in Connecticut, miste mijn 13-jarige zoon Michael (gefingeerde naam) zijn schoolbus omdat hij een verkeerde kleur broek droeg.

“Ik kan deze broek wél aan”, zei hij met steeds meer stemverheffing, terwijl de zwarte pupillen in zijn ogen het blauwe iris daaromheen leken te verorberen.

“Je broek is marine-blauw”, zei ik. “Je schooluniform hoort zwart of khaki te zijn.”

“Ze hebben me verteld dat ik deze mag dragen!”, bleef hij aandringen. “Je bent een domme teef! Ik mag dragen wat ik wil! Dit is Amerika! Ik heb rechten!”

“Je mag niet alles wat jij wilt dragen”, zei ik op redelijke toon. “En je mag me hoe dan ook geen ‘domme teef’ noemen. Voor de rest van de dag mag je geen computerspelletjes meer spelen. En nu in de auto stappen want je moet naar school.”

Ik heb een zoon die psychisch ziek is. Ik hou van mijn zoon. Maar hij jaagt me veel angst aan.

Doodsbedreiging
Een aantal weken geleden heeft Michael een mes gepakt en dreigde hij mij dood te steken en daarna zichzelf, nadat ik hem had gemaand zijn bibliotheekboeken in te leveren die al ingeleverd hadden moeten zijn. Zijn zeven en negen jaar oude broertje en zusje wisten wat ze moesten doen: ze renden naar de auto, gingen er in zitten en deden alle deuren op slot, nog voordat ik ze had gevraagd naar de auto te gaan. Het lukte me om het mes van Michael af te pakken, en heb vervolgens alle scherpe voorwerpen in huis verzameld in een speciale bewaardoos van Tupperware die ik nu altijd bij me houdt. Al die tijd heeft Michael naar me geschreeuwd, me uitgescholden en dreigde hij me te vermoorden of iets aan te doen.

Uiteindelijk moesten drie politieagenten en een ambulancebroeder mijn zoon in bedwang houden om hem in een ambulance te krijgen die hem naar de eerste hulp bracht. Het was een duur ritje. Het psychiatrische ziekenhuis had geen bedden meer beschikbaar, maar Michael kalmeerde uiteindelijk op de eerste hulp afdeling. Uiteindelijk stuurden ze ons weer naar huis met een receptje voor Zyprexa en een afspraak voor een bezoek aan de kinderpsychiater.

Diagnoses
We weten nog steeds niet wat er mis is met Michael. Een stoornis in het autistische spectrum, ADHD, oppositioneel-opstandige gedragsstoornis, Intermittent Explosive Dissorder, ze zijn allemaal genoemd tijdens consulten met maatschappelijk werkers, therapeuten en schooldirecteuren. Hij heeft diverse soorten anti-psychotica en anti-depressiva geslikt en het aantal gedragsveranderende plannen zijn bij elkaar al zo dik als een roman uit de Russische literatuur. Maar niets helpt.

In de eerste klas van de middelbare school werd Michael toegelaten tot een versneld wis- en natuurkunde lesprogramma voor hoog begaafde kinderen. Zijn IQ is onmeetbaar hoog. Als hij in goeden doen is, praat hij de oren van je hoofd over onderwerpen als Griekse mythologie of de verschillen tussen Einsteiniaanse en Newtoniaanse natuurkunde of gewoon over Dochtor Who. Hij is meestal in goeden doen. Maar als hij dat niet is, kun je maar beter oppassen. En het is onmogelijk om te voorspellen wat hem razend maakt.

Vreemd gedrag
Enige weken nadat hij was begonnen op zijn middelbare school, vertoonde Michael steeds vaker vreemd en bedreigend gedrag op school. We besloten hem over te plaatsen naar een school met een streng gedragsprogramma, een van de buitenwereld afgesloten school waar kinderen die niet kunnen functioneren op een normale school van hun recht op gratis gebruik van babysitters op maandag tot en met vrijdag gebruik kunnen maken. Tot ze 18 worden.

Op de ochtend van het voorval met de verkeerde kleur broek bleef Michael met me discussiëren terwijl we onderweg waren naar zijn school. Af en toe verontschuldigde hij zich en hij leek spijt te hebben. Toen we vlak bij school waren zei hij: “Het spijt me echt mamma. Mag ik nu weer videospelletjes spelen vandaag?”

“Absoluut niet”, zei ik. “Je kunt niet zulk gedrag vertonen zoals het gedrag wat je vanmorgen vertoonde en vervolgens denken dat je zo snel weer videospelletjes mag spelen.”

Psychiatrisch ziekenhuis
Zijn gezicht verstrakte, zijn ogen liepen vol met berekenende woede.  “Dan pleeg ik zelfmoord”, zei hij. “Ik pleeg nu zelfmoord door uit de auto te springen.”

Dat was de druppel. Na het voorval met het mes, had ik hem verteld dat als hij ooit weer zoiets zou zeggen, ik hem direct naar een psychiatrisch ziekenhuis zou brengen. Zonder mitsen of maren.

Ik reageerde niet op hem maar sloeg ineens linksaf waar we rechtsaf hadden gemoeten.

“Waar breng je me naartoe?”, zei hij plotseling bezorgd. “Waar gaan we heen?”

“Je weet best waar we naartoe gaan”, zei ik.

“Nee! Dat kun je me niet aandoen! Je stuurt me naar de hel! Je stuurt me rechtstreeks naar de hel!”

Ik stopte de auto recht tegenover de ingang van het ziekenhuis en zwaaide wanhopig naar een van de artsen die toevallig buiten stond. “Bel de politie!”, zei ik. “Snel!”.

Politie
Michael was toen al volledig de weg kwijt. Hij schreeuwde en sloeg me. Ik hield hem stevig vast zodat hij niet uit de auto kon ontsnappen. Hij beet me meerdere malen en porde herhaaldelijk met zijn elleboog in mijn ribben.

Ik ben nog steeds sterker dan hij is. Nog wel. Maar dat zal niet lang meer zo zijn.

De politie was snel ter plaatse en droeg mijn zoon, schreeuwend en schoppend, het ziekenhuis in. Ik begon te trillen en mijn ogen vulden zich met tranen terwijl ik papierwerk invulde. “Waren er ooit problemen met…op welke leeftijd had uw kind…waren er problemen met…had uw kind ooit last van…heeft uw kind…”

Gelukkig hebben we nu tenminste een zorgverzekering. Recent heb ik een vaste baan geaccepteerd op een school bij mij in de buurt. Mijn freelance carrière heb ik opgegeven, want als je een kind hebt zoals de mijne heb je financiële zekerheid nodig. Je doet dan alles voor financiële zekerheid. Er is geen enkele particuliere verzekering die dit soort kosten dekt.

Dagen lang hield mijn zoon vol dat ik loog. Dat ik het allemaal had verzonnen zodat ik van hem af kon zijn. De eerste dag dat ik hem belde om te vragen hoe het ging zei hij: “Ik haat je. En zodra ik hier uit ben zal ik wraak nemen.”

Op de derde dag was hij weer kalm. Een lieve jongen, vol excuses en beloftes van verbetering. Ik hoor deze beloftes al jaren. Ik geloof ze al lang niet meer.

Op het opnameformulier, onder het kopje “wat zijn uw verwachtingen van de behandeling?” schreef ik: “Ik heb hulp nodig.”

Hulp!
Hulp heb ik zeker nodig. Dit probleem is te groot voor me om in mijn eentje op te lossen. Soms zijn er geen opties meer. Dan bid je voor verandering en hoop je dat je achteraf zult ontdekken dat het allemaal zin had.

Ik deel dit verhaal omdat ik Adam Lanza’s moeder ben. Ik ben Dylan Klebold’s moeder. Eric Harris’ moeder. Ik ben Jason Holmes’ moeder. Ik ben Jared Loughner’s moeder. Ik ben Seung-Hui Cho’s moeder. En al deze jongens, en hun moeders, hebben hulp nodig. In de nasleep van weer een afschuwelijke nationale tragedie is het makkelijk om over wapenbezit te praten. Maar we moeten eindelijk eens over psychische ziekten praten.

Volgens de nieuwsorganisatie Mother Jones vonden er sinds 1982 61 massamoorden plaats waarbij vuurwapens werden gebruikt.  In 43 gevallen was de dader een blanke man en slechts één van de daders was vrouw. Mother Jones onderzocht of de daders legaal aan hun wapens waren gekomen (meestal was dat zo).

Maar door de duidelijk zichtbare symptomen van een psychische ziekte  zouden we ons moeten afvragen hoeveel mensen in de Verenigde Staten in angst leven, zoals ik dagelijks in angst leef.

Gevangenis
Toen ik aan de maatschappelijk werker van mijn zoon vroeg wat mijn mogelijkheden waren, zei hij dat ik er maar het beste voor kon zorgen dat mijn zoon een misdaad begaat. “Wanneer hij dan weer terugkeert in de maatschappij komt hij in de dossiers terecht. Dat is de enige manier waarop je ooit wat kunt doen. Niemand zal aandacht aan je besteden tenzij je een aangifte hebt lopen”.

Ik geloof niet dat mijn zoon in de gevangenis thuishoort. Die chaotische omgeving zal zijn gevoeligheid voor externe prikkels alleen maar versterken en doet helemaal niets aan de onderliggende ziekte. Maar het lijkt er op dat de Verenigde Staten het gevangenissyteem gebruikt als de oplossing voor mensen met een psychische ziekte. Volgens Human Rights Watch is het aantal psychisch gestoorde gevangenen in de V.S. van 2000 tot 2006 verviervoudigd. En het aantal blijft maar groeien. Sterker nog: het aantal gevangenen met een psychische ziekte is vijf keer hoger (56 procent) dan het aantal mensen met een psychische ziekte die niet in een gevangenis zitten.

Discussie
Hoe meer overheidsinstellingen voor psychiatrisch patiënten en psychiatrische ziekenhuizen hun deuren sluiten, hoe meer psychisch gestoorden hun heil in de gevangenis zoeken. Rikers Island, L.A. County Jail en Cook County Jail in Illinois waren in 2012 de grootste behandelcentra van het land.

Niemand wil zijn 13-jarige zoon, die behalve briljant is ook van Harry Potter en zijn verzameling pluche beren houdt, naar de gevangenis sturen. Maar onze maatschappij, waar mensen met een geestelijke aandoening een stigma krijgen en waar het zorgsysteem niet meer werkt, heeft geen andere mogelijkheden meer voor ons in petto. Tot een andere getroebleerde ziel een fastfood restaurant beschiet. Of een winkelcentrum, een kleuterschool. Dan heffen we weer onze handen ten hemel en roepen we: “Er moet iets gebeuren!”

Inderdaad, er moet iets gebeuren. Het is tijd voor een zinvolle, nationale discussie over geestelijke gezondheid. Dat is de enige manier waarop onze natie echt genezing kan bieden.

Moge God me helpen. Moge God Michael helpen. Moge God ons allemaal helpen.

 

Dit artikel is vertaald uit het Engels en met toestemming overgenomen van The Blue Review, een non-profit organisatie die verbonden is aan de Boise State University.